NU TE ZIEN

RIJKSMUSEUM
Museumstraat 1

t/m 12 MEI
09:00 – 17:00 uur
20ste EEUW

Ontdek de nieuwe aanwinsten van de 20ste eeuw! Van fabrieksfotoboeken, geperste cactuspotten van de Glasfabriek Leerdam tot de schetsboek van graffiti-artiest Boris Tellegen.

Fabrieksfotoboeken werden gemaakt in opdracht van bedrijven en weggegeven als relatiegeschenk. In deze fotoboeken worden fabriekshallen, medewerkers en rokende schoorstenen afgebeeld, waarmee bedrijven hun kwaliteit, innovatieve geest en vooruitstrevende karakter laten zien.

De vierkante glazen potten van de Glasfabriek Leerdam uit 1929 zijn ontworpen door glasontwerper Andries Copier. Door glas te persen in plaats van te blazen, kon de productie goedkoper en sneller worden. Met de goed in elkaar passende schakelvormen van deze bouwbloempotten kon men thuis in de vensterbank een strakke rij in blauw en geel maken. De sculpturale, stekelige vorm van de populaire cactus kwam bijzonder goed uit in deze simpele potten. Het persen bleek niet geschikt voor lange, smalle vormen. Daarom zijn van de langwerpige onderschotel maar enkele proefmodellen bekend, waarvan deze de enige in een openbare collectie is.

Boris Tellegen was in de jaren tachtig één van de bekendste graffiti artiesten van Nederland. Hij werkte onder de namen Delta en Mess en werd bekend met driedimensionaal ogende letters die uit de muur naar voren lijken te komen. Schetsen en foto’s van zijn op straat gezette pieces verzamelde hij in zogenaamde Blackbooks. Deze schonk hij dit jaar aan het Rijksmuseum. Blackbook I is nu te zien.

Ter gelegenheid van de nieuwe podcastreeks over de twintigste eeuw, die begint met een aflevering over Jan van Deene, worden ook de vroegste abstracte werken van Jan van Deene en Jacob Bendien weer getoond. In 1912 raakte de Amsterdamse kunstenaar Jan van Deene in Parijs bevriend met Jacob Bendien, eveneens afkomstig uit Amsterdam. Samen maakten in de Franse hoofdstad hun eerste abstracte schilderijen. In een tijd waarin schilderijen zonder voorstelling een nieuw en modern fenomeen zijn experimenteren ze met pure vorm en kleur en schilderen geen stilleven, portret of landschap meer. Het Rijksmuseum verwierf in de afgelopen jaren enkele werken van deze kunstenaars. Deze werken (Jan van Deene, Peinture VII, 1913 en Jacob Bendien, Plastiek, 1933) worden aangevuld met een bruikleen van het Stedelijk Museum (Jacob Bendien, Compositie, 1912-13). RIJKSMUSEUM 

AMSTERDAM MUSEUM
Amstel 51
t/m 12 MEI
10:00 – 17:00 uur
MINI EXPO: IN DE BAN VAN DE TULP Liefde, inspiratie, symboliek

In 2024 viert het Tulp Festival Amsterdam zijn tienjarig bestaan. Tijdens het festival, in de maand april, bloeien tienduizenden tulpen in de Amsterdamse straten. In het kader van dit jubileum organiseert het Amsterdam Museum de mini-expo ‘In de Ban van de Tulp’ over de eeuwenlange relatie tussen de stad en de tulp, waarbij onder andere het zeldzame Tulpenboek te zien is.

Op het dak en in het hart van de collectiepresentatie van het Amsterdam Museum vind je Studio Panorama. Op deze plek zijn steeds nieuwe presentaties te zien van kunstenaars, artiesten of collectieven. Op deze manier gaan ze de dialoog aan met de collectiepresentatie Panorama Amsterdam. Ze geven daarmee een nieuw, hedendaags perspectief op de objecten aan de wanden. Studio LA (Lorien Beijaert en Arna Mačkić) ontwierp een open ruimte met abstracte objecten en vormen, die makers kunnen gebruiken om hun werk te tonen en zich deze ruimte op hun eigen manier toe te eigenen. Studio Panorama is te bezoeken met een regulier entreebewijs. AMSTERDAM MUSEUM 

VERWEY MUSEUM
Groot Heiligland 47, Haarlem
t/m 20 MEI
DI – ZA 11:00 – 17:00 uur
ZO – MA 12:00 – 17:00 uur
VERWEY en STEIJN
gedeeld atelier

De Haarlemse kunstenaars Kees Verwey (1900-1995) en Wim Steijn (1914-1980) delen een gemeenschappelijke opleiding bij de gerenommeerde schilder Henri Frédéric Boot (1877-1963). Waarschijnlijk hebben ze elkaar ontmoet in het rommelige en vervuilde atelier van Boot. Daarnaast heeft Wim Steijn enige tijd gewerkt in het atelier van Kees Verwey aan het Spaarne. Ondanks dat ze totaal verschillend zijn, hebben de kunstenaars een goede band met elkaar. De tentoonstelling gaat in op hun beider werk, de invloed van Henri Boot en de verdere ontwikkeling die Verwey en Steijn doormaken. VERWEY MUSEUM  PS: eerste zondag van de maand gratis toegang!

H’ART MUSEUM (v/h Hermitage)
Amstel 51

t/m 20 MEI
10:00 – 17:00 uur
JULIUS CAESAR
ik kwam, ik zag en ging ten onder

Met de blik van nu vertelt de tentoonstelling over een van de spannendste verhalen uit de wereldgeschiedenis, het levensverhaal van Julius Caesar. Zijn dood is misschien wel de bekendste politieke moord ooit. Ruim 2000 jaar later is zijn nalatenschap nog steeds actueel. De alleenheerser naar wie de maand juli is vernoemd, aan wie we de titel keizer ontlenen, die een hartstochtelijke relatie met Cleopatra zou hebben gehad en die delen van het huidige Europa wreed aan zijn gezag onderwierp. Onze bezoekers leren de dictator kennen als een veelzijdig en complex figuur met vele gezichten. Hoe kijken we anno NU naar hem? Vinden we hem een roemruchte strateeg of een tiran? H’ART MUSEUM 

ALLARD PIERSON
Oude Turfmarkt 127-129

t/m 20 MEI (verlengt)
DI – ZO 10:00 – 17:00 uur
OOG IN OOG
De mensen achter mummieportretten

Oog in oog. De mensen achter mummieportretten is de eerste tentoonstelling over Oudegyptische mummieportretten in Nederland. Mummieportretten zijn meestal op hout geschilderde portretten die op het gezichtsgedeelte van gemummificeerde personen werden vastgezet. Ze zijn gemaakt tijdens de Romeinse periode in Egypte (1ste–4de eeuw na Chr.) en staan ook wel bekend als Fajoemportretten, naar de regio waar de meeste exemplaren zijn opgegraven. Voor Oog in oog zijn 38 portretten van over de hele wereld bij elkaar gebracht. Ze brengen ons oog in oog met evenzoveel personen die zich bijna 2000 jaar geleden lieten vereeuwigen.

In Oog in oog maak je niet alleen kennis met de geportretteerden maar ook met makers, nabestaanden, navolgers, verzamelaars, archeologen en onderzoekers die een rol spelen bij deze portretten. In de tentoonstelling komen mensen aan het woord die vanuit hun standpunt of expertise reflecteren op de portretten. Wie waren de geportretteerden? Hoe werden zij afgebeeld en waarom? Door wie werden zij gezien? ALLARD PIERSON 

VAN EESTEREN MUSEUM
Noordzijde 31 (Sloterplas)
t/m 26 MEI
DO – ZO 12:00 – 17:00 uur
VROUWEN van het AUP
belicht het werk van vier vrouwelijke architecten die allen hebben gewerkt en een bijdrage hebben geleverd aan het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) vanaf 1935.

Tot op heden is het A.U.P. altijd toegeschreven aan stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren en een team van mannelijke architecten. Deze tentoonstelling vertelt echter dat ook toonaangevende vrouwelijke architecten een bijdrage leverden aan deze grootschalige uitbreiding in Amsterdam. In de tentoonstelling staan vier vrouwelijke architecten centraal: Jakoba Mulder (1900 – 1988), Koos Pot-Keegstra (1908 – 1997), Anna van Hattem (1924 – 1984) en Manon Beukema Toe Water-Peyrot (1927 – 2014).

De tentoonstelling toont divers archiefmateriaal van de vier architecten afkomstig uit het Stadsarchief Amsterdam en Nieuwe Instituut, foto’s, video’s, geluidsfragmenten, tekeningen en objecten. In de tentoonstelling wordt een 1 op 1 fragment van de architecten uitgelicht. In het 1 op 1 fragment ligt een belangrijk architectonisch ontwerp centraal.

Met deze tentoonstelling streeft het Van Eesteren Museum een historische correctie na. Het museum wil het dominante narratief in de architectuur- en stedenbouw- geschiedenis, waarin het mannelijke individu de meeste credits krijgt toegedicht, adresseren, kritiseren én corrigeren. De tentoonstelling richt zich niet uitsluitend op hun bijdrage aan het A.U.P maar op hun bredere carrière in Amsterdam. VAN EESTEREN MUSEUM 

STADSARCHIEF AMSTERDAM
Vijzelstraat 32

t/m 26 MEI
DI – VR 10:00 – 17:00 uur
ZA – ZO 12:00 – 17:00 uur
ACHTER DE SCHERMEN:
Amsterdams theater in de 17e en 18e eeuw

In 1637 werd aan de Keizersgracht een houten schouwburg gebouwd. Deze plek zou in de zeventiende en achttiende eeuw uitgroeien tot dé uitgaansgelegenheid van Amsterdam. Amsterdammers uit alle lagen van de bevolking bezochten het theater, dat een plek van culturele vernieuwing zou blijken. Hier werden gedurende anderhalve eeuw tot de verbeelding sprekende toneelstukken uit heel Europa opgevoerd. Acteurs en vooral actrices werden de sterren van de stad. Het theater vormde bovendien een rijke inspiratiebron voor Rembrandt en zijn leerlingen. Op 11 mei 1772 brandde de schouwburg tot de grond toe af. Een nieuw theater verrees aan het Leidseplein.

In de Schatkamer toont het Stadsarchief een aantal topstukken uit de geschiedenis van de schouwburg, waaronder originele speellijsten. Ook zijn er documenten die uit de brand van 1772 werden gered, zoals een gravure naar Jacob Jordaens.
De tentoonstelling is geen chronologisch, historisch overzicht van Amsterdamse clubcultuur, maar belicht verschillende facetten die de nacht belangrijk maken. Innovatie, emancipatie, experiment en creativiteit staan hierbij centraal. Het geheel vormt een eerbetoon aan spraakmakende clubs uit het verleden en heden die een nieuwe generatie inspireren. Een feest der herkenning voor velen die weleens een nacht zijn uit geweest in Amsterdam en een ontdekking voor iedereen.

De presentatie in het Stadsarchief laat ook zien dat niet alleen in de schouwburg theater werd gemaakt. Straattheater was alom aanwezig, zoals op Vlooienburg, het kloppend hart van Joods Amsterdam. Daar werden in pakhuizen en kelders theaterstukken opgevoerd. Het zou goed kunnen dat Rembrandt zich hier liet inspireren voor zijn prent De Triomf van Mordechai, die ook in de Schatkamer tentoongesteld wordt.

Ook op de kermis was straattheater vaste prik: vanaf half september was het in de zeventiende en achttiende eeuw altijd druk in de stad. Op de Botermarkt (nu het Rembrandtplein) konden bezoekers koorddansers, acrobaten en straattheater door reizende gezelschappen zien en exotische dieren bewonderen. In een aantal mooie prenten laat de presentatie deze levendige straattaferelen zien.STADSARCHIEF AMSTERDAM

HUIS WILLET-HOLTHUYSEN
Herengracht 605

t/m 26 MEI
10:00 – 17:00 uur
GRAND MARCH:
A Historic House through a Ballroom Lens

Het Amsterdam Museum en House of Vineyard (het eerste ballroomhuis in Nederland) presenteren de tentoonstelling Grand March: A Historic House through a Ballroom Lens. In de kamers van Huis Willet-Holthuysen toont House of Vineyard met mode-interventies en kunstinstallaties de kracht van ballroomcultuur.

Als trailblazers van de Nederlandse scene verkent House of Vineyard de kracht van ballroom, waarin thema’s als verzet, gemeenschapsvorming en zelfexpressie een grote rol spelen. Voor de tentoonstelling Grand March. A Historic House through a Ballroom Lens neemt ballroomhuis House of Vineyard de bezoeker mee door de historische ruimtes van Huis Willet-Holthuysen vanuit het perspectief van de hedendaagse ballroomscene. Ze doet dat door de ruimtes van het Amsterdamse herenhuis aan te vullen met installaties met mode, sieraden, fotografie en beeldende kunst.

Ballroom werd gevormd voor en door Zwarte en Latijns-Amerikaanse trans vrouwen en queer mensen in de jaren 70 van de vorige eeuw in Harlem, New York. Zij verzetten zich tegen reguliere, veelal racistische schoonheidswedstrijden door balls te organiseren voor, met en door lhbtiq+-ers van kleur. Tijdens een ball strijden queer, trans- en cismensen in verschillende categorieën, zoals fashion, realness, body en performance, om trofeeën, geldprijzen en verering. De balls zijn uitbundige underground-evenementen, die fungeren als verzet tegen de overheersende cisnormatieve maatschappij. Sinds de opkomst van deze balls is ballroom een bloeiende artistieke cultuur. Veel mensen die actief zijn in de ballroomscene, zijn lid van een ‘huis’. Hierin is een groep mensen vertegenwoordigd die elkaar gekozen heeft als ‘familie’, met een veilig thuis waarin ruimte is voor ieder individu. HUIS WILLET-HOLTHUYSEN onderdeel van Amsterdam Museum

MUSEUM REMBRANDT HUIS
Jodenbreestraat 4

t/m 26 MEI
10:00 – 18:00 uur
REGIE: REMBRANDT

Rembrandt was een meesterlijke verteller van verhalen, niet in woord maar in beeld. Hij regisseerde zijn figuren zorgvuldig en paste trucs toe die vaak afkomstig waren uit het theater. In het voorjaar van 2024 organiseert Museum Rembrandthuis de tentoonstelling Regie: Rembrandt. De tentoonstelling laat zien dat Rembrandts kunst en het theater in de stad Amsterdam nauw met elkaar verbonden zijn. Het is de eerste tentoonstelling die Rembrandt als regisseur in de spotlight zet.

Voor de tentoonstelling komt een aantal topstukken naar Museum Rembrandthuis, waaronder het schilderij Potifars vrouw beschuldigt Jozef (1655) uit de Gemäldegalerie in Berlijn, dat daarmee voor drie maanden terugkeert naar het huis waar Rembrandt het schilderde. MUSEUM REMBRANDT HUIS 

IHLIA in de OBA
Oosterdok 143 (3e etage)
t/m 7 JUNI
Openingstijden OBA
ROZE REUZEN
Expo bij de podcasts

De expositie geeft visuele context aan de interviews dankzij materialen uit het archief. Je vindt er onder meer de LP van Tedje & de Flikkers, stickers met leuzen van de Rooie Flikkers, de SuHo Krant, de Paarse Septemberkrant en verschillende teksten en foto’s van de ZMV-beweging. Daarmee biedt de expositie op hoofdlijnen een overzicht van de Nederlandse lhbtiq+-emancipatie. IHLIA 

RIJKSMUSEUM
Museumstraat 1

t/m 9 JUNI
09:00 – 17:00 uur
FRANS HALS
Zijn tijd ver vooruit

Uitzonderlijk vernieuwend, vermakelijk en bijna baldadig: Frans Hals was een van de meest bepalende schilders van de 17de eeuw. Zijn eigenzinnige, losse schilderstijl werd zo invloedrijk dat je bijna zou vergeten dat hij hier de grondlegger van was. Na dertig jaar dus hoog tijd voor een nieuwe tentoonstelling. Zijn topstukken zie je vanaf 16 februari 2024 in het Rijksmuseum. De kaartverkoop is al gestart!

Uit het enorme oeuvre van Frans Hals is een selectie van zo’n 50 sleutelwerken gemaakt. Deels uit de eigen collectie van het Rijksmuseum (zoals De vrolijke drinker en Portret van een stel) en deels dankzij bijzondere bruiklenen, waar we uiterst dankbaar voor zijn. Zo is de De lachende cavalier uit de Wallace Collection in Londen te zien, een werk dat normaal nooit reist, maar ook Catharina Hooft met haar min en Malle Babbe (Gemäldegalerie, Berlin), Familie in een landschap (Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid) en Jonge vrouw met een uitstalling van groente en fruit (Privécollectie Bridgenorth). Nog een primeur: het groepsportret Feestmaal van de officieren van de Sint-Jorisschutterij uit 1616 (Frans Hals Museum, Haarlem), verlaat voor het eerst ooit de stad Haarlem.

Centraal in de tentoonstelling staat de stijl van Frans Hals, die even los als levendig was. Een stijl die hem aanzien gaf en waarmee hij wordt gezien als voorloper van het impressionisme. Met de ongeveer 50 werken is het gelukt je als bezoeker deelgenoot te maken van zijn ontwikkeling, waarbij hij steeds meer met conventies durft te breken en vol vertrouwen zijn eigen(wijze) weg vindt. Tegelijk geeft de tentoonstelling een boeiend tijdsbeeld. Het ’burgerlijk realisme’ dat hij zich meester maakte, geeft een inkijkje in de leefwereld van zijn opdrachtgevers en normen, waarden en tradities van zijn tijd.

Frans Hals werd tussen 1582 en 1584 in Antwerpen geboren als zoon van een wever. In 1585 vluchtte het gezin voor de Spanjaarden en kwam terecht in Haarlem. Daar werd Frans opgeleid door schilder Karel van Mander. In 1610 werd hij lid van het Haarlemse schilders gilde en zelfstandig kunstschilder met leerlingen en assistenten, onder wie Judith Leyster. Frans Hals werd beroemd, bewonderd en soms verguisd om zijn ‘ruwe stijl’. Hij schilderde vooral portretten, waaronder ook meesterlijke schuttersstukken. Frans Hals stierf in 1666 en ligt begraven in de Grote Kerk in Haarlem. RIJKSMUSEUM 

RIJKSMUSEUM
Museumstraat 1

t/m 16 JUNI
09:00 – 17:00 uur
ONDER/GOED

Van de linnen onderbroek van Hendrik Casimir uit de 17de eeuw tot een jarretel uit het begin 20ste eeuw. De presentatie Onder/Goed in de Special Collections laat de ontwikkeling van ondergoed zien van 1640 tot 1940.

Waar in de 17de eeuw onderkleding functioneel was, speelt mode vanaf de negentiende eeuw een steeds grotere rol. Met korsetten, onderrokken, hoepelrokken, chemises (hemden) en directoires (broekjes). Een van de meest bijzondere objecten in de presentatie is de onderbroek van Hendrik Casimir, graaf van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland uit ca. 1630-40. Onderbroeken waren zeldzaam in de 17de eeuw en uitsluitend voorbehouden aan de allerrijksten. De onderbroek van Hendrik Casimir is een van de weinige bewaard gebleven onderbroeken uit de eerste helft van de 17de eeuw in Europa. Dat de onderbroek er nog is, komt omdat zijn familie zijn kleding bewaard heeft als eerbetoon aan zijn dood op het slagveld.

Ondergoed, zoals korsetten, hoepelrokken, foundation garments, bh’s en shapewear, speelt een belangrijke rol bij het voldoen aan het heersende schoonheidsideaal. Eeuwenlang zorgt het korset voor het gewenste silhouet. In de 17de eeuw versmalde het de taille, duwde de borsten omhoog en hield de rug kaarsrecht. In de 18de eeuw kwam de nadruk te liggen op de heupen, die met hoepelrokken werden verbreed en in de 19de eeuw op de billen.

In de loop der eeuwen krijgt het ondergoed meer versiering. Vanaf het derde kwart van de 19de eeuw krijgt ondergoed een verleidelijker functie door het gebruik van kant, zijde en bijzondere kleurcombinaties, zoals een onderjurk van roze crêpe de chine afgezet met een brede strook appliqué-kant en een bijpassend broekje, die in de presentatie te zien is. RIJKSMUSEUM 

MUSEUM DE LAKENHAL
Oude Singel 32, Leiden

t/m 16 JUNI
DI – ZO 10:00 – 17:00 uur
REMBRANDTS VIER ZINTUIGEN
zijn eerste schilderijen

Museum De Lakenhal is jarig! In 2024 bestaat het museum 150 jaar. Dat vieren we met de presentatie Rembrandts vier zintuigen – Zijn eerste schilderijen. Rembrandt maakt deze reeks, zijn vroegst bekende werk, als hij rond de 18 jaar oud is en in Leiden woont. De presentatie bestaat, naast de Brillenverkoper (het Zicht) uit de eigen collectie, uit drie werken uit The Leiden Collection uit New York: de Operatie (het Gevoel), de Drie zangers (het Gehoor) en de Flauwgevallen patiënt (de Reuk). De vier schilderijen zijn 150 dagen in het museum te zien.

Met deze reeks varieert Rembrandt op een klassiek thema in de kunsten. De zintuigen worden vaak verbeeld als personificaties van elegante vrouwen met vaste attributen. Rembrandt kiest juist voor alledaagse scènes, met een marskramer die zijn waar probeert te slijten, een bezoekje aan de dokter en mensen die samenkomen om te zingen.

De werken laten zien hoe vernieuwend Rembrandt op jonge leeftijd al is: hij speelt met licht en donker, heeft een losse verftoets en kiest voor alledaagse personages. De zintuigenreeks laat daarmee zien wat een eigenwijs, experimenteel en vindingrijk kunstenaar Rembrandt van meet af aan is: wat later zijn handelsmerk zou worden, is hier in de kiem al aanwezig.

Het is voor het eerst dat de schilderijen samen in Leiden te zien zijn: de stad waar Rembrandt is geboren, zijn eerste schilderopleiding geniet en zijn eerste stappen zet als kunstenaar. Ze worden getoond naast meer werken uit de vaste collectie van Museum De Lakenhal: van de jonge Rembrandt en andere beroemde schilders uit zijn omgeving, onder wie Jan Lievens en Gerrit Dou.ond naast meer werken van de jonge Rembrandt en andere beroemde schilders uit zijn omgeving, onder wie Jan Lievens en Gerrit Dou. MUSEUM DE LAKENHAL 

SEINWEZEN
Kinderhuissingel 1, Haarlem

t/m 28 JUN
MA – VR 09:00 – 17:00 uur
Gesloten op 9 + 20 MEI
MENDEL PARADE de jaarlijks expositie van beeldend werk gemaakt door leerlingen van het Haarlemse Mendelcollege

De jaarlijks terugkerende expositie van beeldend werk gemaakt door leerlingen van het Haarlemse Mendelcollege zal ook dit jaar in de maanden april, mei en juni plaatsvinden in het Seinwezen. De getoonde werkstukken zijn een mix van beeldend werk van leerlingen uit (voor)examenklassen en werk wat is ontstaan tijden de Atelierdagen van het Mendelcollege. Docenten en leerlingen zijn blij en trots dat dit prachtige werk op deze bijzondere locatie getoond kan worden. Als u de expositie wilt bezoeken is het raadzaam om vooraf even met het Seinwezen te bellen (023-531-7118). GRATIS TOEGANG SEINWEZEN

AMSTERDAM MUSEUM
Amstel 51

t/m 30 JUNI
10:00 – 17:00 uur
HET AMSTERDAM van PIET VAN EEGHEN weldoener, kunstverzamelaar en bankier

Het Vondelpark, Prinsengrachtziekenhuis, Rijks- en Stedelijk Museum: allemaal komen ze uit de 19e eeuw. Net als de eerste sociale woningbouw. Allemaal beginnen ze als ‘burgerinitiatief’. Niet opgericht door het stadsbestuur, maar door particulieren die zelf alles regelen en voor de financiering zorgen. Achter de schermen van deze projecten is één centrale figuur: de bevlogen zakenman Piet van Eeghen (1816-1889).

In de tentoonstelling wordt stilgestaan bij Van Eeghen als Amsterdamse weldoener, kunstverzamelaar en bankier. Hij verdiende zijn geld onder meer met koloniale handel. Wat betekent dat voor onze hedendaagse blik op zijn filantropische werk? En welke rollen speelden vrouwen in al zijn activiteiten? AMSTERDAM MUSEUM 

MUSEUM DE LAKENHAL
Oude Singel 32, Leiden

t/m 7 JULI
DI – ZO 10:00 – 17:00 uur
STRIJDEN GA IK
Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie

Vandaag de dag is de Surinaamse schrijver en vrijheidsstrijder Anton de Kom niet meer weg te denken uit de geschiedenis. Zijn geruchtmakende boek Wij slaven van Suriname uit 1934 raakte in de loop ter tijd in vergetelheid. In de jaren zestig ontdekte Rubia Zschuschen, student en lid van de Surinaamse Studenten Unie, in de Leidse universiteitsbibliotheek De Kom’s tekst over vrijheid en gerechtigheid voor alle Surinamers. De Surinaamse Studenten Unie zou dit werk, waarin de geschiedenis van Suriname voor het eerst wordt beschreven vanuit de dekoloniseerden, omarmen en breed toegankelijk maken. MUSEUM DE LAKENHAL 

STEDELIJK MUSEUM
Museumplein 10

t/m 14 JULI
10:00 – 18:00 uur
MARINA ABRAMOVIĆ

Vanaf 16 maart 2024 presenteert het Stedelijk de meest complete tentoonstelling van Marina Abramović, de internationaal gelauwerde grand lady van de performancekunst. Dit overzicht geeft met ruim 60 werken, waaronder foto’s, video’s, sculpturen, vier iconische live performances (voor het eerst in Nederland) en twee werken waar het publiek aan kan deelnemen, een breed overzicht van haar indrukwekkende oeuvre. Van haar vroege werk, dat ze maakte in het voormalige Joegoslavië en in Amsterdam, tot de baanbrekende performances met haar partner Ulay en het solowerk waar ze nog steeds actief mee is. STEDELIJK MUSEUM 

RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN
Rapenburg 28, Leiden

t/m 25 AUGUSTUS
10:00 – 17:00 uur
ROMEINSE VILLA’S IN LIMBURG

Tweeduizend jaar geleden stonden in Limburg honderden Romeinse villa’s, zoals de Romeinen ze zelf noemden: enorme akkerbouwbedrijven die de hele regio voorzagen van graan. Meer dan twintig van deze landgoederen zijn in de afgelopen honderd jaar opgegraven en onderzocht, waarna de vondsten verspreid raakten. De belangrijkste archeologische villavondsten zijn nu voor het eerst weer bij elkaar gebracht in deze tentoonstelling.

De villa’s in Limburg groeiden in de loop der tijd uit tot complete landhuizen in Mediterrane stijl, inclusief een badhuis en Romeinse uitvindingen als glazen ramen en vloerverwarming. Vaak lieten de eigenaren zich met hun kostbaarheden begraven op hun eigen terrein. Met meer dan tweehonderd voorwerpen, maquettes, 3D-reconstructies en film neemt Romeinse villa’s in Limburg u mee naar dit luxe landleven van tweeduizend jaar geleden.

Blikvangers zijn de gereconstrueerde metershoge muurschildering uit Maasbracht met voorstellingen van gladiatoren en villabewoners, en een kijkje thuis bij de ‘dame van Simpelveld’. Haar villa en het interieur waren afgebeeld in het beeldhouwwerk van de sarcofaag waarin ze was begraven. U ziet verder dakpannen en landbouwwerktuigen, maar ook beeldjes van barnsteen, luxe mozaïek en glaswerk. Persoonlijke bezittingen van villabewoners, zoals een parfumhouder of een bronzen make-up doosje, vertellen meer over wie ze waren, wat ze deden en waar ze vandaan kwamen. RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN 

RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN
Rapenburg 28, Leiden

t/m 25 AUGUSTUS
10:00 – 17:00 uur
PAESTUM

Poseidonia, zoals Paestum van oorsprong heette, werd rond 600 v.Chr. gesticht aan de Baai van Salerno in Zuid-Italië. De dynamische geschiedenis en culturele diversiteit van de stad, met haar beroemde Griekse tempels, staan centraal in de tentoonstelling Paestum – stad van godinnen. Ruim tweehonderd van de mooiste stukken van Paestum zijn bijeengebracht, waaronder unieke, beschilderde grafwanden uit het archeologisch museum van Paestum, tempelornamenten, godinnenbeeldjes, beschilderd luxe aardewerk, fijn glaswerk, votiefgaven en munten.

Absolute topstukken in de tentoonstelling zijn het schitterende marmeren beeld van de godin Hera op een troon en acht fraai beschilderde grafwanden uit het museum van Paestum. Ook ziet u beeldjes van terracotta, brons en marmer, een bronzen Griekse wapenuitrusting, wierookvaasjes, prachtig beschilderd aardewerk, fijn glaswerk en een grote verscheidenheid aan votief gaven en munten. Het indrukwekkende decor van de tentoonstellingszalen weerspiegelt de karakteristieke schoonheid van het Zuid-Italiaanse landschap. U beleeft de kenmerkende Dorische tempelarchitectuur van de oude stad door middel van bijzondere kurkmodellen uit de achttiende eeuw, 3D-prints van tempelsculpturen op ware grootte, originele terracotta tempel-ornamenten en reconstructietekeningen. RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN 

DE HORTUS
Plantage Middenlaan 2a
t/m 29 AUGUSTUS
DO + ZO 10:00 – 21:00 uur
DE HORTUS ZOMERAVONDEN

De tuin en het Hortuscafé zijn iedere dag geopend van 10:00 tot 17:00 uur. Vanaf 2 mei t/m 29 augustus is de Hortus elke donderdag en zondag geopend tot 21:00 uur. Let op: de Klimatenkas is dicht voor renovatie. En de Hortus is volledig pin-only! Met cash betalen aan de kassa, in de winkel of in het café is niet mogelijk. Toegang: € 13,50 Stadspas (groene stip): gratis HORTUS BOTANICUS 

TEYLERS MUSEUM
Spaarne 16, Haarlem

t/m 1 SEPTEMBER
DI – ZO 10:00 – 17:00 uur
DE GROTE ILLUSIE – 200 JAAR VIRTUAL REALITIES

Kunnen we onze ogen wel geloven? Met de sterke opkomst van AI-gegenereerd beeld, is deze vraag relevanter dan ooit. Maar niet nieuw. In de tentoonstelling De Grote Illusie – 200 jaar Virtual Realities neemt Teylers Museum je mee naar de negentiende eeuw, toen optische illusies uitgroeiden tot massaspektakel. Dompel je onder in de roots van virtual reality, augmented reality en deepfake en stap in de tentoonstellingszaal van het oudste museum van Nederland, die is veranderd in een hedendaags spiegelpaleis. Van spiegels en projectoren naar het digitale vernuft van AI: De Grote Illusie laat zien dat de beleving van toen niet zoveel verschilt met die van nu. Hooggeëerd publiek, komt dat zien!

Een pratend hoofd op een tafel, een geest die opduikt op het toneel, stereokijkers die je de Egyptische piramides laten zien in drie dimensies: in de negentiende eeuw worden optische illusies een sensatie. Mensen vergapen zich aan de grootse en verbijsterende beeldeffecten, vaak gecreëerd met de nieuwste technieken en ontwikkelingen in de wetenschap. Via spectaculaire theateracts en spannende kermisshows raakt het publiek zwaar onder de indruk van deze nieuwe, revolutionaire vorm van entertainment. Werelden die normaal onbereikbaar zijn en dingen die niet kúnnen, maar die echter dan echt lijken: deze virtual realities zijn fascinerend.

De techniek achter de verschijning van personen als geesten (‘Pepper’s Ghost’) wordt ook tegenwoordig nog gebruikt en leidt tot dezelfde opwinding en verbazing. Denk maar aan Tupac, die – 150 jaar na het ontstaan van deze techniek – na zijn dood opeens tussen andere artiesten op het podium verscheen. Ook zorgen over de geloofwaardigheid van de gecreëerde werkelijkheden kwamen in de negentiende eeuw al op. Vanuit een fascinatie voor de werking van het oog, bevindt zich in de wetenschappelijke collectie van Teylers veel materiaal dat optische illusies bevat. De interactieve familietentoonstelling laat je de negentiende-eeuwse én de hedendaagse virtual realities beleven. Neem een kijkje in het topstuk van Teylers: het Kaiserpanorama. Stap in een caleidoscopische ruimte, kijk door een VR-bril en laat je verrassen door kunstmatige intelligentie. Vanuit vergelijkingen met het heden stelt De Grote Illusie opnieuw de actuele vraag: is zien geloven? TEYLERS MUSEUM 

MUSEUM HET SCHIP
Oostzaanstraat 45
t/m 1 SEPTEMBER
DI – ZO 11:00 – 17:00 uur
MICHEL DE KLERK
inspirator van de Amsterdamse School

tot 1 september 2024 presenteert Museum Het Schip de tentoonstelling Michel de Klerk, inspirator van de Amsterdamse School. Honderd jaar na het overlijden van de wereldberoemde architect viert de tentoonstelling zijn talent en zijn enorme, nog altijd voortdurende invloed. De Klerk was niet alleen een idealistisch en visionaire architect die kunstwerken schiep om in te wonen, maar een groot kunstenaar in bredere zin: ook zijn tekeningen en toegepaste kunst spreken nog altijd tot de verbeelding. De tentoonstelling besteedt aandacht aan zijn rijke oeuvre, inspiratiebronnen en leven in het Amsterdamse bohemien- en kunstenaarsmilieu van de jaren twintig.

Honderd jaar geleden, op 24 november 1923, stierf Michel de Klerk op zijn 39ste verjaardag aan een longontsteking. Hij was één van de grootste architecten die de wereld heeft gekend – in zijn tijd werd hij al de Rembrandt onder de architecten genoemd. In binnen- en buitenland zijn er boeken, tijdschriften en artikelen over hem verschenen waarin vooral zijn sociale hart en zijn fantasievolle volkswoningbouw centraal staan.

Met het Amsterdamse bohemien- en kunstenaarsmilieu, waarin De Klerk zich begin twintigste eeuw bewoog, deelde hij de hang naar vernieuwing. Van bouwwerken wilde hij kunstwerken maken. De Klerk was dan ook de wegbereider en inspirator van de Amsterdamse School. Zonder hem had de beweging die bekend staat om zijn expressieve stijl vol symboliek, niet bestaan. De Klerk wilde schoonheid aan de arbeiders schenken: “Niets is mooi genoeg voor de arbeider die al zo lang zonder schoonheid heeft moeten leven.” Zijn arbeiderspaleizen Het Schip en De Dageraad zijn vanwege die vooruitstrevende benadering en tijdloze schoonheid nog altijd wereldberoemd. MUSEUM HET SCHIP – MICHEL DE KLERK 

VAN GOGH MUSEUM
Museumplein 6

t/m 1 SEPTEMBER
09:00 – 18:00 uur
MATTHEW WONG | VINCENT VAN GOGH
dynamisch, kleurrijk en expressief

Matthew Wong begon in 2011 op zijn 27ste met tekenen en schilderen. In een paar jaar tijd ontwikkelde hij een compleet eigen stijl, waarin hij met intense kleuren fantasierijke landschappen schilderde. Van Gogh was een groot voorbeeld voor hem. De invloed van Van Gogh is onmiskenbaar in het kleurgebruik, de dik aangebrachte verfstreken en de persoonlijke thematiek in Wongs kunst.

In deze tentoonstelling wordt dieper ingegaan op de artistieke én persoonlijke connectie tussen de twee kunstenaars. Wong zag zijn eigen leven gespiegeld in dat van Van Gogh en stelde ooit: ’Ik zie mezelf in hem. In de onmogelijkheid ergens toe te behoren in deze wereld.’

Zowel Van Gogh als Wong zochten lang naar een roeping in het leven, en vonden deze uiteindelijk in het schilderen. Wong zag het zelfs als zijn ‘laatste toevlucht’. Beide kunstenaars worstelden met mentale gezondheidsproblemen, wat voor zowel Wong als Van Gogh resulteerde in een tragische, vroegtijdige dood. Ondanks deze overeenkomsten creëerden ze ieder een zeer persoonlijk en emotioneel geladen oeuvre.

Het talent van Wong, werd in tegenstelling tot van Gogh, al tijdens zijn korte en stormachtige carrière breder erkend. Amper vijf jaar nadat hij zijn eerste werk maakte, werd een schilderij van hem aangekocht door het Dallas Museum of Art, waarna vele belangrijke verzamelaars volgden.

Zijn zeer persoonlijke oeuvre dat internationaal grote belangstelling en waardering geniet, zal voor het eerst in deze omvang in Europa te zien zijn. VAN GOGH MUSEUM 

STADSARCHIEF AMSTERDAM – HAL
Vijzelstraat 32

t/m 29 SEPTEMBER
DI – VR 10:00 – 17:00 uur
ZA – ZO 12:00 – 17:00 uur
DÉJÀ VU
Ontdek de veranderende stad door de lens van Erik Klein Wolterink

Met zijn beeldcolumn in Het Parool bereikt Klein Wolterink wekelijks zo’n 100.000 lezers, waarbij hij hen een kijkje geeft in de geschiedenis van de stad. De fotograaf doorkruist de stad op zoek naar unieke beelden en de verhalen erachter. Uit de archieven kiest hij foto’s die verrassen en zijn nieuwsgierigheid prikkelen. Geijkte foto’s of clichébeelden van de stad laat hij links liggen. De combinatie van oude en nieuwe foto’s nodigt uit tot het ontdekken van verschillen en overeenkomsten, waardoor de veranderingen in Amsterdam zichtbaar worden. Klein Wolterinks project toont de ontwikkeling van de stad, maar ook de rijke geschiedenis van de stadsfotografie. De tentoonstelling laat je voortaan met een andere blik door de stad bewegen en brengt het archief tot leven.

Déjà vu gaat over plek en tijd. Een plek in en om de stad wordt vastgelegd, gebaseerd op een momentopname uit het verleden. Ontdek bijvoorbeeld de kortste snelweg van Nederland, vroeger een drukke autoweg op het Museumplein. Of neem het Diemerpark: nu een gebied om vogels en planten te ontdekken, maar ooit een vuilstortplaats die de biodiversiteit van de omgeving ernstig bedreigde. Amsterdam blijft zichzelf vernieuwen, met nieuwe gebouwen en verdwijnende structuren, evoluerende groene ruimtes en talloze verhalen om te ontdekken – als je maar goed kijkt. STADSARCHIEF AMSTERDAM

FRANS HALSMUSEUM – HAL
Grote Markt 16, Haarlem
t/m 13 OKTOBER
DI – ZO 11:00 – 17:00 uur
THE ART OF DRAG
is een viering van jezelf kunnen zijn, vrijheid en uitbundigheid!

Drag is overal. Denk aan het populaire tv-programma RuPaul’s Drag Race, Make Up Your Mind en Songfestival-winnaar Conchita Wurst. Maar het is zeker niet nieuw, al in Griekse tragedies werd er aan drag gedaan en op theatrale wijze de spot gedreven met stereotype genderrollen.

Ook voor kunstenaars is het een geliefd onderwerp. Hartjesdag, de van oorsprong Haarlemse feestdag waarop mannen als vrouwen verkleed gingen en andersom, is rond 1900 vaak geschilderd. Sommige kunstenaars deden zelf aan crossdressing of drag zoals Ferdinand Erfmann (1901 – 1968), of maakten portretten van mensen die door deze uitingsvormen zichzelf konden zijn zoals Kees van Dongen (1877-1968). In de tentoonstelling vind je ook hedendaagse kunstwerken van Sin Wai Kin, Sarah Lucas, Gillian Wearing, Yamuna Forzani, Charles Atlas, Julius Thissen, Erwin Olaf, Ton van Rijn en Roza Ahmad die breken met de verwachtingen en stereotypes van mannelijkheid en vrouwelijkheid.

The Art of Drag is de eerste tentoonstelling in Nederland over drag vanuit een kunsthistorisch perspectief. Kom kijken hoe kunstenaars hun liefde voor drag uiten op manieren die nog regelmatig op tegenstand stuiten. The Art of Drag is een viering van jezelf kunnen zijn, vrijheid en uitbundigheid! FRANS HALSMUSEUM – HAL 

RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN
Rapenburg 28, Leiden
t/m 31 OKTOBER
10:00 – 17:00 uur
VONDSTEN UIT FORT VECHTEN
100 objecten uit een Romeins fort langs de limes

Het Romeinse fort bij Vechten, in de provincie Utrecht, is een van de grootste en tegelijk een van de minst bekende forten langs de Romeinse grens (de limes) in Nederland. Het Rijksmuseum van Oudheden is al bijna tweehonderd jaar betrokken bij archeologisch onderzoek in Vechten. De afgelopen jaren zijn veel vondsten afkomstig uit deze plaats aan de collectie toegevoegd. De honderd meest bijzondere objecten zijn voor deze tentoonstelling geselecteerd, waaronder een aantal bijzondere helmen, een gezichtsmasker, luxe aardewerk en schoenzolen in alle soorten en maten.

U vindt Vondsten uit Fort Vechten in de expositieruimte naast de vaste tentoonstelling Archeologie van Nederland, op de tweede verdieping van het museum.

Bij Fort Vechten graven mensen al bijna tweehonderd jaar objecten uit de Romeinse tijd op. Voor een groot gedeelte bevinden die zich in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden. In deze tentoonstelling staan niet alleen deze objecten en hun vindplaats centraal, maar ook de mensen die ze gevonden hebben.

In de negentiende eeuw werden veel objecten verzameld door het Nederlandse leger, tijdens de bouw van het Waterliniefort bij Vechten. Daartussen zitten twee bijzondere miniatuuraltaren van kalksteen, een compleet zwaard, een dolk, een beslagstuk van een officier van het Romeinse leger en twee fraaie beslagstukken van rijtuigen. In het begin van de twintigste eeuw voerde het Rijksmuseum van Oudheden opgravingen uit bij Fort Vechten. Dat leverde onder meer een verzilverd paardenhoofdstel op, en een houten emmer met een ketting om water uit een waterput te halen. Deze archeologen vonden ook een vrijwel complete schaal van terra sigillata-aardewerk.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de A12 bij Vechten verbreed. Particuliere zoekers brachten toen een groot aantal Romeinse voorwerpen bij elkaar. Een aantal van deze verzamelingen werd de afgelopen jaren opgenomen in de museumcollectie. Bij elkaar gaat het om tienduizenden voorwerpen, variërend van scherven van aardewerk tot bijzondere metaalvondsten.

Absolute topstukken zijn onder meer drie fraai versierde Romeinse helmen en een gezichtsmasker. Heel bijzonder zijn ook voorwerpen van hout, zoals kozijnen voor glazen ruiten, kammen, een etiket om goederen te labelen en een schrijfplankje met een ingekrast adres. Hout vergaat meestal in de bodem, dus deze voorwerpen zijn zeldzaam. Grote aantallen versierde schrijfstiften, scherven van luxe terra sigillata-aardewerk en allerlei schoenzolen tonen aan dat Vechten een van de belangrijkste plaatsen langs de Romeinse grens in Nederland moet zijn geweest.

Bij de tentoonstelling verschijnt een boekje, waarin aan de hand van driehonderd vondsten een bijzonder inkijkje in het alledaagse leven van Romeins Vechten wordt gegeven. RIJKSMUSEUM VOOR OUDHEDEN 

MUSEUM DE DAGERAAD
Burgemeester Tellegenstraat 128
t/m 17 NOVEMBER
DO – ZO 13:00 – 17:00 uur
BAKSTEENEXPRESSIE

De baksteen is een eeuwenoud bouwmateriaal dat vandaag de dag nog steeds heel populair is. De architecten van de Amsterdamse School, zoals Michel de Klerk en Piet Kramer, waren gefascineerd door de ongekende mogelijkheden om met baksteen fantasierijke gebouwen te ontwerpen. Zij vonden een geheel eigen manier om de uitdrukkingskracht van baksteen te laten zien. Het woningbouwcomplex De Dageraad waar het museum in gevestigd is is daar een prachtig voorbeeld van.

In deze tentoonstelling volgen we het verhaal van de baksteen: van klei tot kunstwerk. De reis van de baksteen begint in het gebied waar de klei gewonnen wordt. De kleur en het formaat zijn hiervan afhankelijk en hebben vervolgens weer veel invloed op het eindresultaat van het bouwwerk. Ook de baktechniek, de mortel en de metselverbanden zorgen voor bijzondere uitkomsten met een geheel eigen karakter. Welke keuzes de Amsterdamse School architecten hierin maakten wordt verteld in deze tentoonstelling.

Bijzonder is dat de baksteen door de Amsterdamse School architecten niet enkel werd gebruikt om bouwwerken mee te maken, maar ook echte kunstwerken. Deze sculpturen waren vaak een onderdeel van een gebouw. Later laten andere kunstenaars zich hierdoor inspireren en ook vandaag de dag zien we nog steeds bakstenen kunstwerken. In deze tentoonstelling kom je meer te weten over de geschiedenis van de baksteen, de verschillende technieken en metselverbanden en het gebruik van de baksteen in onder andere De Dageraad. MUSEUM DE DAGERAAD 

FRANS HALSMUSEUM – HOF
Groot Heiligland 62, Haarlem
t/m 31 DECEMBER
DI – ZO 11:00 – 17:00 uur
TOPSTUKKEN
van het Frans Hals Museum

Het Frans Hals Museum is het kunstmuseum van Haarlem. Hier vind je de grootste collectie schilderijen van Frans Hals ter wereld naast werk van andere beroemde Haarlemse kunstenaars zoals Judith Leyster, Cornelis van Haarlem en Jacob van Ruisdael. Maar je ontdekt er ook een rijke verzameling kunst van 1880 tot nu, waaronder werk van Isaac Israels, Charley Toorop, en Dana Lixenberg.

Kom naar het Frans Hals Museum en waan je even terug in de tijd op de plek waar Frans Hals zelf ook moet hebben rondgelopen. Ook tijdens de Frans Hals tentoonstelling in het Rijksmuseum zijn er nog steeds 17 schilderijen van Frans Hals te zien in het museum, waaronder 3 van zijn levendige en kleurrijke schuttersstukken. Wist je dat hij zichzelf ook een plekje gaf op 1 van deze schuttersstukken? Om de schilder achter de werken te kunnen zien, mag een uitstapje naar Haarlem niet missen! Meer info: FRANS HALSMUSEUM – HOF

STUDIO VAN NEMO
Marineterrein, Kattenburgerstraat 5, gebouw 027A
t/m 5 JANUARI 2025
WO – ZO 12:00 – 17:30 uur
LIVING LOOONGER

De tentoonstelling Living Looonger: hoe wil je oud worden? in De Studio van NEMO Science Museum in Amsterdam laat de mogelijkheden én gevolgen zien van een langer leven.

De afgelopen 150 jaar is de levensverwachting van de mens verdubbeld. Living Looonger belicht een aantal belangrijke vragen rondom ouder worden. Kunnen we door (toekomstige) ontwikkelingen in de wetenschap veroudering en misschien zelfs de dood een halt toeroepen? Of moeten we juist onze sterfelijkheid omarmen door betekenis te geven aan ons leven in plaats van de dood alsmaar voor ons uit te schuiven? En wat kunnen we zelf doen om zo vitaal mogelijk en levenslustig oud te worden?

In Living Looonger kunnen bezoekers hun biologische leeftijd onderzoeken, hands-on ervaren welke lichaamsdelen vervangen kunnen worden, meedenken over de gevolgen voor onze maatschappij en stilstaan bij onze sterfelijkheid. In de tentoonstelling is ook werk te zien van onder meer Nina Farkache (Come a little bit closer), Alexia Audrain (The Hugging Chair), Kuang-Yi Ku (Tiger Penis Project) en de korte film Institute of Isolation van Lucy McRae. DE STUDIO VAN NEMO 

WERELDMUSEUM AMSTERDAM
Linnaeusstraat 2

t/m JUNI 2029
DI – ZO 10:00 – 17:00 uur
ONZE KOLONIALE ERFENIS
in Indonesië, Suriname, Curaçao, Sint Maarten en nog veel meer landen

Kolonialisme is niet iets van het verleden. Het heeft de wereld gevormd: onze fysieke, mentale en persoonlijke wereld. Kolonialisme leeft door tot op de dag van vandaag. In de tentoonstelling ‘Onze koloniale erfenis’ kijken we naar de Nederlandse koloniale geschiedenis en aanwezigheid, in Indonesië, Suriname, Curaçao, Sint Maarten en nog veel meer landen. Je krijgt niet de ‘bekende’ geschiedenis te zien en te horen, er is meer.

De tentoonstelling laat zien hoe kolonialisme de wereld van nu mede heeft gevormd, en hoe mensen kolonialisme doorstonden. Leer hoe mensen probeerden hun eigen levens te creëren, in opstand kwamen en de baas probeerden te blijven over hun eigen leven. Sta jij open voor een meerstemmig verhaal met verschillende perspectieven? WERELDMUSEUM AMSTERDAM 

HUIS BARTOLOTTI
Herengracht 170
OPENINGSDAGEN en -TIJDEN zie de website
MA – DI gesloten
HUIS BARTOLOTTI
Kom binnen in… 1620

Ervaar hoe het is om te leven in een luxueus grachtenpand. Beleef zowel de overdadige levensstijl van de bewoners als het leven van het personeel in de keuken en de personeelsvertrekken.

Huis Bartolotti werd omstreeks 1620 gebouwd in opdracht van de schatrijke bankier-koopman Willem Bartolotti van den Heuvel. Het koopmanshuis werd hoogstwaarschijnlijk gebouwd naar een ontwerp van de Amsterdamse stadssteenhouwer Hendrick de Keyser. De gevel is overdadig versierd met ornamenten als siervazen, balusters, medaillons en fantasierijk beeldhouwwerk. Het huis staat met een dubbele knik in een bocht van de Herengracht, precies in de as van de Driekoningenstraat.

Bij de bouw was Huis Bartolotti één van de grootste koopmanshuizen in de stad. Toch was het de walvisreder Jan van Tarelink niet genoeg. Hij liet halverwege de 18de eeuw een enorm achterhuis aanbouwen met als hoogtepunt de grote zaal in rococostijl. De zaal is heel bijzonder. Je stapt er zo een sprookje binnen. Je waant je Assepoester op het bal. Vergeet je muiltjes niet! En vergeet ook niet om omhoog te kijken: het stucwerk behoort tot het beste voorbeeld van rococo in Nederland. Het is heel knap hoe de vakman van toen in heel weinig reliëf zoveel verschillende voorstellingen heeft gemaakt. HENDRICK DE KEYSER – HUIS BARTOLOTTI 

HUIS BARNAART
Nieuwe Gracht 7, Haarlem
OPENINGSDAGEN en TIJDEN zie de website
MA – DI gesloten
HUIS BARNAART
Kom binnen in… 1803

Het was één van de meest bijzondere bouwopdrachten van die tijd. Philip Barnaart liet als 21-jarige zijn ontvangsthuis aan de Haarlemse gracht bouwen. Het resulteerde in een haast on-Nederlands stadspaleis met het gaafst bewaarde empire interieur in Nederland.

Maar liefst drie panden hebben plaats moeten maken om dit huis van ruim 22 meter breed (en diep) met vier woonlagen te realiseren. De uitvoerend architect was Abraham van der Hart, stadsarchitect van Amsterdam. Hij was niet alleen architect, maar ook artistiek leider. Alle ontwerpen, van kapitelen aan de voorgevel tot de deurknoppen binnen, dragen zijn signatuur.

Er hebben veel ambachtslieden aan de bouw en interieurafwerking meegewerkt en het is bijzonder dat we door de bouwrekeningen ook weten wie dit zijn. De beste ambachtslieden uit Haarlem en Amsterdam werden aangetrokken om het huis te maken tot het spectaculaire stadspaleis wat het was en nu nog steeds is.

De blikvanger van het huis is de ‘Gouden Salon’. De decoratie van deze kamer is buitengewoon rijk. De afwerking is origineel en deze is ook nog eens heel goed bewaard gebleven. Het goud en paars van de inrichting knalt je tegemoet. De met paars beklede meubels stonden er ook al in de tijd van Barnaart.

De Gouden Salon is een echt pronkvertrek, bedoeld om indruk te maken op gasten. De salon was bij de bouw het meest kostbare vertrek. Alleen al het vergulden kostte destijds 19.000 gulden. De salon en het huis werden net als de paleizen van Napoleon Bonaparte ingericht volgens de laatste Franse mode in empirestijl. De meubelen in de Gouden Salon waren een unicum in hun tijd. Het houtwerk was geheel verguld, dat gaf ze een keizerlijke allure, ongekend in Nederland. Nadien vond dit ameublement navolging in het Paleis op de Dam. Het ameublement in de Gouden Salon werd in 2019 zorgvuldig gerestaureerd en opnieuw gestoffeerd. HENDRICK DE KEYSER – HUIS BARNAART